• darkblurbg

Arbeid in Transitie (januari 2019)

Reskilling

Lees hier het tweede paper van DenkWerk over 'Reskilling' in Nederland. Nederland staat voor een complexe opgave. De arbeidsmarkt verandert door de ontwikkeling van technologie: banen veranderen, verdwijnen en nieuwe banen ontstaan.

DenkWerk publiceert haar tweede paper: Arbeid in Transitie: Hoe mens en Technologie samen kunnen werken

De arbeidsmarkt verandert door de ontwikkeling van technologie: Banen veranderen, verdwijnen en nieuwe banen ontstaan. Deze nieuwe banen vragen om andere vaardigheden: Zowel digitale-, als complexe menselijke vaardigheden worden belangrijker. Nieuwe banen zijn goed voor de economie, maar er is een tekort aan werknemers met de juiste vaardigheden.

Het ontstaan en verdwijnen van banen door technologie is niet nieuw. Een nabije toekomst met een krimpende potentiële beroepsbevolking wel. Om in deze situatie mee te kunnen groeien met de nieuwe arbeidsvraag, zal Nederland snel moeten investeren in reskilling en upskilling van de beroepsbevolking.

Alleen wanneer werkgevers en overheid een context creëren waarin het aanpassingsvermogen van het individu centraal kan staan, kan ons menselijk kapitaal meegroeien richting de toekomst.



Klik hier om het rapport te downloaden in lage resolutie

Download English summary

Download English background slides

Voor de totstandkoming van deze paper hebben wij uitvoerig onderzoek gedaan. De rijkheid en diversiteit aan inzichten maakten dat wij niet alles hebben kunnen opnemen in de paper. Graag willen wij de rijkheid van dit materiaal ook met u delen. Daarom hebben wij een document samengesteld dat als achtergrond en verdieping dient bij de paper. U kunt dit hier downloaden.

Refereren naar dit achtergronddocument volstaat met een referentie naar de paper “Arbeid in transitie: hoe mens en technologie samen kunnen werken, DenkWerk, januari 2019. 

Auteurs: Angelien Kemna, Bernard ter Haar, Boudewijn Wijnands, Feike Sijbesma, Frans Blom, Hans Wijers, Jaap Winter, Marelle van Beerschoten, Petra Pubben en Willemijn van de Meent